Ik geef het maar gelijk eerlijk toe: ik ben vreemdgegaan dit jaar… Deze zomer ging de reis niet naar Italië, maar naar Frankrijk. Ik was met mijn Italiaanse man en onze zoons in de Vendée. En nu schijnt het dat daar nooit Italianen komen. Een vrouw in de supermarkt haalde er zelfs haar zoon bij om hem te laten zien dat er een echte Italiaan in de Vendée was!
Het was natuurlijk heerlijk in Frankrijk, maar ik kan het niet helpen dat ik Italië dan toch een beetje mis. Perché mi piace cosi` tanto l’Italia… mi piacciono la buona cucina, le citta` d’arte, il bel tempo… Deze week gaat de les over het werkwoord piacere dat veelvuldig gebruikt wordt in het Italiaans om aan te duiden dat je iets leuk of lekker vindt. En omdat er zoveel leuk en lekker is in Italië, is het handig om dat toch wel lastige werkwoord goed te kunnen gebruiken.
Piacere: een werkwoord waar je niet zonder kunt
Als je kijkt naar de voorbeelden hierboven, dan valt je vast op dat er iets bijzonders aan de hand is met het werkwoord piacere, dat ‘leuk vinden’ of ‘lekker vinden’ betekent. Om het grammaticaal gezien beter te begrijpen, kun je het echter het best vertalen als ‘bevallen’ of ‘plezieren’.
Je gebruikt meestal twee vormen van het werkwoord, namelijk de derde persoon enkelvoud (piace) of de derde persoon meervoud (piacciono).
Het enkelvoud gebruik je als het onderwerp een woord in het enkelvoud is (mi piace il vino) of een werkwoord (mi piace cucinare). Het meervoud gebruik je als het onderwerp van de zin een woord in het meervoud is (mi piacciono i pomodori). Kijk eens naar de vertaling hieronder:
Mi piace il vino – Ik houd van wijn (‘wijn bevalt me’)
Mi piace cucinare – Ik houd van koken (‘koken bevalt me’)
Mi piacciono i pomodori – Ik houd van tomaten (’tomaten bevallen me’)
De ik-persoon wordt aangeduid door ‘mi’. Als je daarvan ‘jij’ wilt maken, dan gebruik je ’ti’. Dus:
Ti piace il vino? (houd je van wijn?)
– Si`, mi piace il vino. (ja, ik houd van wijn)
Ti piacciono i pomodori? (houd je van tomaten?)
– No, non mi piacciono i pomodori. (nee, ik houd niet van tomaten)
NB. Let ook op de plaats van non als je de zin ontkennend maakt. Non staat direct voor ‘mi’.
NB. Valt het je op dat na piacere steeds een bepaald lidwoord (il, i, la, gli, etc.) gebruikt wordt?
Nu is het jouw beurt! Vul in piace of piacciono en geef daarna antwoord beginnend met Si`... of No...
1. Ti … l’italia?
2. Ti … gli spaghetti?
3. Ti … andare in vacanza in Italia?
4. Ti … le mele?
5. Ti … la Francia?
6. Ti … cantare?
7. Ti … le lasagne?
8. Ti … leggere?
9. Ti … il regalo?
10. Ti … la pasta?
Vergeet de woorden die je niet kent uit deze les niet op te zoeken in het woordenboek!
Heb je de opdracht gemaakt? Controleer je antwoorden met behulp van de video:
Heb je een vraag of opmerking naar aanleiding van deze les? Of is er iets anders dat je graag zou willen weten? Laat een reactie achter! We behandelen je vraag graag in een volgende les!
Hoi Suzanna,
Goede uitleg in de video, maar,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, waarom in de boven vermelde les geen gebruik van gli /le /Le/ci/vi/gli ??
Ach zelfs de beste breister laat wel eens een steekje vallen.
Ciao,
Joop
Ciao Joop,
Dank je wel voor je reactie! Ik heb in deze taalles 1 belangrijk element uitgelicht, maar er is inderdaad nog meer te zeggen over het werkwoord piacere!
Hartelijke groet,
Suzanne
Welk voornaamwoord gebruik je buiten mi, le en ti. Maw: wij, jullie, hen …..
Hoe vertaal je dus bv:
Deze schoenen bevallen ons
Queste scarpe ……. piacciono
Deze auto’s bevallen hen
Queste machine …..piaccono
Ciao Frans! In die gevallen zeg je:
Queste scarpe CI piacciono (wij)
Queste scarpe VI piacciono (jullie)
Queste macchine GLI piacciono (zij)
Mooie en prettige uitleg Suzanne. Maar moet daar niet het woordje a voor? A mi piace la Francia.
Ciao Kees,
Dank je wel voor je vraag! Nee, daar moet niet het voorzetsel ‘a’ voor. Dat krijgt je bij de beklemtoonde vorm (die je gebruikt wanneer je nadruk wilt leggen op de persoon): ‘A ME piace la Francia’ (IK houd van Frankrijk (en hij niet bijvoorbeeld). Zonder nadruk is het gewoon ‘MI piace la Francia’.
Hoe zit het dan met hij/zij/u enkelvoud? Wat gebruik je dan?
En klopt het dat als je een maan van iemand gebruikt er dan wel a voor komt te staan? Bij A Matteo piace la Francia…
Ciao Ella,
Dank je wel voor je vraag!
Bij hij/zij/u gebruik je gli/le/Le piace…
Het klopt inderdaad dat als je een naam van iemand gebruikt je ‘a’ gebruikt. Je gebruikt dan de beklemtoonde vorm:
A Matteo piace la Francia (A lui piace la Francia) – onbeklemtoond is dat ‘gli piace la Francia’
Hopelijk helpt dit. Hartelijke groet,
Suzanne Bramante