Onze taalles van deze keer heeft een toepasselijke titel: Siamo alla frutta! Weet jij wat deze uitdrukking betekent? Je kunt het letterlijk vertalen als “We zijn bij het fruit aangekomen”. Maar wat bedoelen Italianen als ze dit zeggen?
Het antwoord ligt natuurlijk in de Italiaanse eetcultuur en tradities. Zoals jullie wellicht weten, houden Italianen van lange, uitgebreide lunches met familie en vrienden. Tijdens de lunch volgen de verschillende gangen van de maaltijd elkaar strikt op. Fruit is de allerlaatste gang van een typische Italiaanse maaltijd. Dus, wanneer je “bij het fruit bent aangekomen”, betekent dit dat je aan het einde van iets bent gekomen.
Deze uitdrukking heeft vaak ook een negatieve betekenis. Bijvoorbeeld, als je van alles hebt geprobeerd om een slechte situatie te verbeteren, maar er is niets ten goede veranderd, dan kun je ook zeggen: “siamo alla frutta!” Dit zou je dan met een wanhopige toon uitspreken.
Maar hier hebben we geen reden tot klagen. Onze mooie uitdrukking markeert simpelweg het einde van de zomer! Dit is de beste tijd om een nieuwe taal te leren. Met een uitgerust brein leer je gegarandeerd sneller en beter!
Opdracht: Los de volgende cruciverba op met de juiste woorden. Lees eerst aandachtig de definities door. Bekijk daarna de video over het meervoud en oefen tot slot je begrip met een laatste oefening.
Lo sapevi che (wist je dat) …
… in het Italiaans de naam van de fruitboom altijd mannelijk is, terwijl de naam van het fruit is altijd vrouwelijk is (met enkele uitzonderingen)?
il pero (perenboom) > la pera (peer)
il melo (appelboom )> la mela (appel)
il pesco (perzikboom) > la pesca (perzik)
il banano (bananenboom) > la banana (banaan)
il mandorlo (amandelboom) > la mandorla (amandel)
Let op!
*il fico (zowel de boom als de vrucht)
*l’arancio (zowel de boom als de vrucht)
L’arancia verwijst alleen naar de vrucht en niet naar de boom!
Vorm nu van deze woorden het meervoud volgens de regels die je in de video hebt geleerd. Let daarbij ook op het lidwoord!
la ciliegia > …………..
l’arancia > …………..
la valigia > …………..
la pesca > …………..
l’amica > ………….
lo spago > …………..
il fico > …………….
l’albergo > …………
la prugna > ………….
l’arco > …………
il sugo > ………..
la collega > ………
il lago > ……….
il medico > ……….
l’albicocca > ………….
l’anguria > …………..
De antwoorden van de cruciverba:
Orizzontale:
(1) melone, (3) albicocca, (5) fichi, (6) uva, (7) prugna, (8) pesca
Verticale:
(1) mela, (2) ciliegie, (4) anguria
De meervouden van de woorden:
le ciliegie, le arance, le valigie, le pesche, le amiche, gli spaghi, i fichi, gli alberghi, le prugne, gli archi, i sughi, le colleghe, i laghi, i medici, le albicocche, le angurie