“Een paar weken geleden was het Carnevale en als Italiaan die in Nederland woont was ik erg benieuwd hoe dit feest hier in Nederland wordt gevierd.
Dus nam ik een trein en stapte uit op station Oeteldonk om vervolgens een korte stop te maken in het mooie stadje Kielegat.
Het was voor mij heel interessant om de Nederlandse tradities en kostuums te zien, soms vergelijkbaar en soms totaal verschillend van de Italiaanse.
Dus dacht ik, wie weet vinden de lezers het leuk om iets te weten over hoe wij Italianen carnaval vieren. En zo ontstond het idee voor deze taalles.
Vandaag wil ik het met jullie hebben over Le maschere di Carnevale in Italië. Laten we om te beginnen zeggen dat er in Italië niet maar één soort Carnevale wordt gevierd, maar verschillende ‘Carnevali’.
Laten we eens kijken naar een paar populaire maskers en uit welke Italiaanse steden ze komen”
Bergamo – Arlecchino e Brighella
Arlecchino è probabilmente (waarschijnlijk) la maschera più famosa di tutti i Carnevali italiani. Arlecchino è nato a Bergamo, ed è molto conosciuto per il suo costume di cento colori. Il suo costume è così colorato perché Arlecchino è povero, e i suoi amici gli regalano (geven hem) dei pezzi di stoffa (stukken stof) colorata per farsi un costume.
Brighella è l’antagonista di Arlecchino, il suo carattere è antipatico e molto insolente. Brighella è anche imbroglione e chiacchierone.
Viareggio – Burlamacco
Il Carnevale di Viareggio è uno dei più famosi e belli d’Italia. La sua maschera più rappresentativa è Burlamacco. Un simpatico pagliaccio che indossa una tuta bianca e rossa, un mantello nero e un buffo cappello rosso.
Venezia – Colombina e Pantalone
Come non parlare del magnifico Carnevale di Venezia e delle sue due maschere più famose. Pantalone è il tipico vecchio mercante, è avaro e arrogante. Il suo carattere è autoritario ma anche bizzarro, sempre nervoso e lagnoso!
Per fortuna (gelukkig) c’è Colombina! Unica donna in mezzo alle maschere maschili. È possibile definirla con tanti aggettivi: vivace, allegra, briosa, furba, graziosa ma anche bugiarda, maliziosa, pungente e chiacchierona.
Roma – Rugantino
La maschera famosa a Roma è senza dubbio (zonder twijfel) Rugantino. Personaggio del teatro popolare romanesco, Rugantino è insolente e provocatore ma anche vile e quindi alla fine non fa mai male a nessuno.
Messina – Beppe Nappa
Beppe Nappa è la maschera della città di Messina, in Sicilia. Lui indossa un abito lungo e azzurro, con un berretto grigio. Il suo carattere è goloso e pigro.
Esercizio 1
Bijvoeglijk naamwoorden passen zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar ze naar verwijzen. In het Italiaans heb je voor de bijvoeglijke naamwoorden (aggettivi) twee groepen.
Groep (1): de bijvoeglijk naamwoorden van deze groep eindigen op een –o in het mannelijk enkelvoud en op een –a in het vrouwelijk enkelvoud.
Groep (2): de bijvoeglijk naamwoorden van deze groep eindigen altijd op een –e in het enkelvoud.
Voorbeeld groep 1: La pizza è italiana. Il cappuccino è italiano.
Voorbeeld groep 2. La pizza è bollente. Il cappuccino è bollente
Als eerste oefening ga je alle aggettivi van de tekst in de twee groepen verdelen. Aggettivi zijn de onderstreepte woorden in de tekst. Kun je zien naar welke woorden ze verwijzen?
Esercizio 2
Ken je het tegenovergestelde van deze aggettivi?
lento –
pigro –
nervoso –
ricco –
simpatico –
taciturno –
nuovo –
difficile –
Esercizio 3
Ora leggi la traduzione degli aggettivi in olandese e rileggi il testo per vedere se avevi capito bene!
Italiano | Olandese |
allegro | vrolijk |
antipatico | onsympathiek, niet aardig |
arrogante | arrogant |
astuto | sluw, slim |
atletico | atletisch |
autoritario | autoritair |
avaro | gierig, zuinig |
bianco | wit |
bizzarro | bizar |
brioso | levendig |
bugiardo | leugenachtig |
chiacchierone | praatlustig |
colorato | kleurrijk |
conosciuto | bekend |
furbo | sluw, geslepen |
goloso | gulzig, dol op lekker eten |
grazioso | lieflijk, charmant |
grigio | grijs |
insolente | brutaal |
lagnoso | klagerig, vervelend |
lento | langzaam, traag |
malizioso | ondeugend, schalks |
nero | zwart |
nervoso | zenuwachtig, nerveus |
pigro | lui |
povero | arm |
provocatore | provocerend |
pungente | bijtend |
rosso | rood |
simpatico | aardig, sympathiek |
taciturno | zwijgzaam |
vile | laf |
vivace | levendig |
Per chi ne vuole sapere di più sulle altre maschere di Carnevale visitate questo articolo e imparate ancora più aggettivi!
https://maestramary.altervista.org/carnevale-maschere-tradizione.htm
Ik hoop dat je genoten hebt van deze korte les. Als het goed is gegaan, weet je nu hoe je Italiaanse aggettivi in het enkelvoud moet gebruiken en heb je veel nieuwe woorden en veel nieuwe informatie over traditionele Italiaanse maskers geleerd. De antwoorden van opdracht 2 vind je hieronder.
lento – veloce, pigro – attivo/energico, nervoso – calmo/tranquillo, ricco – povero, simpatico – antipatico, taciturno – chiacchierone, nuovo – vecchio, difficile – facile