We gaan in deze taalles een aantal lichaamsdelen behandelen die een ander meervoud hebben dan je zou verwachten.

We beginnen met de woorden zelf. Kijk naar de afbeelding en match de nummers met de woorden:

a. il ginocchio
b. il sopracciglio
c. l’orecchio
d. la mano
e. il ciglio
f. il labbro
g. il braccio
h. il dito

Waarschijnlijk valt je aan de meeste van deze woorden nog niets bijzonders op. Het zijn, op la mano na, mannelijke woorden eindigend op een -o.

La mano heb ik in het rijtje gezet omdat het een vrouwelijk woord is op een -o. Dat zie je niet vaak!

Laten we dan nu kijken naar de meervouden van deze woorden:

la mano – le mani

Het ziet er misschien raar uit, maar eigenlijk volgt het woord mano verder gewoon de regel. Een -o krijgt immers een -i in het meervoud en la krijgt le in het meervoud.

l’orecchio – le orecchie

Hoewel het vrouwelijk enkelvoud orecchia wel bestaat en ook het mannelijk meervoud orecchi, gebruiken de Italianen wanneer ze dit lichaamsdeel aanduiden meestal het mannelijk enkelvoud (orecchio) en het vrouwelijk meervoud (orecchie).

In uitdrukkingen, zoals ‘Eén en al oor zijn’, gebruik je wel weer het mannelijk meervoud:

Essere tutt’orecchi

il labbro – le labbra
il dito – le dita
il braccio – le braccia
il ciglio – le ciglia
il sopracciglio – le sopracciglia
il ginocchio – le ginocchia

Voor de overige lichaamsdelen geldt dat ze mannelijk in het enkelvoud zijn en een vrouwelijk meervoud op een -a krijgen. Heel onregelmatig dus. Deze woorden moet je gewoon zo uit je hoofd leren!