Wat ga je leren in deze online cursus?

Met de beginnerscursus (module 1 t/m 3) behaal je A1-niveau.
Met de gevorderdencursus (module 4 en 5) behaal je A2-niveau.
Twijfel je over je niveau? Neem contact met ons op!

Beginnerscursus (A1-niveau)

Module 1

Les 1:

PRESENTARSI

Groeten en jezelf voorstellen.

Werkwoorden essere, abitare en chiamarsi.

Ontkennende zinnen met non.

De voorzetsels a en in.

Les 2:

CHE COSA E’?

Basisvocabulaire opbouwen.

Onbepaald lidwoord (un, uno, un’, una)

Questo en questa gebruiken.

Tellen tot en met 20.

Les 3:

PAESI, LINGUE E NAZIONALITA’

Landen, talen en nationaliteiten.

Het werkwoord parlare.

Bijvoeglijk naamwoorden: grande, lungo, basso, largo, etc.

Bepaald lidwoord (il, la, lo, l’).

Les 4:

NUMERI, ETA’ E FIGLI

Getallen tot en met 1000 en verder.

Het werkwoord avere en het vraagwoord quanto.

Meervoud van het zelfstandig naamwoord.

Bezit aanduiden (il mio, la mia).

Les 5:

COME STAI?

Het alfabet.

Het werkwoord stare.

Vragen en vertellen hoe het gaat.

Meervoud van het bepaald lidwoord.

Kleuren & Qual è..?

Les 6:

RIPASSO

Weet je het allemaal nog? In deze les gaan we herhalen. We besteden bijzondere aandacht aan de uitspraak. Dit is ook een mooi moment voor een privéles met één van onze docenten om je kennis te consolideren.

Module 2:

Les 7:

SPORT & ATTIVITA’

Het meervoud van werkwoorden op -are.

Sporten en activiteiten.

Het werkwoord piacere.

De dagen van de week.

Les 8:

MANGIARE E BERE

Eten en drinken.

Het ontbijt.

Vertellen wat je lekker vindt.

Werkwoorden op -ere en -ire.

Iets bestellen in een bar. 

Les 9:

AL RISTORANTE

De menukaart.

Iets bestellen in een restaurant.

Onregelmatige werkwoorden.

Eten kopen in een winkel.

Les 10:

LA FAMIGLIA

Familienamen

Bezit aanduiden (la nostra, i miei, etc.)

Nog meer piacere!

Je familie beschrijven.

u

Les 11:

PERCHE’ VAI IN ITALIA?

Vragen stellen met perché en quale.

Vertellen waarom je Italiaans leert of naar Italië gaat.

Klokkijken.

De voltooide tijd.

Les 12:

RIPASSO

In deze herhalingsles laten we de belangrijkste dingen nog eens de revue passeren. Ook besteden we in deze les aandacht aan het vragen om verduidelijking. Weer een goed moment om je kennis te consolideren m.b.v. een privéles met één van onze docenten.

Module 3:

}

Les 13:

ATTIVITÀ QUOTIDIANE

Dagelijkse routine.

Wederkerende werkwoorden.

Bijwoorden van frequentie.

Afspraken maken.

Les 14:

DARE INDICAZIONI STRADALI

De stad.

De weg vragen en wijzen.

Voorzetsels van plaats.

C’è & ci sono.

Les 15:

PRENOTARE UNA STANZA D’ALBERGO

Een kamer reserveren.

Data en de maanden van het jaar.

Het werkwoord servire.

Het bijvoeglijk naamwoord.

Les 16:

ANDIAMO IN VACANZA!

Vakantievocabulaire

Vertellen wat je zoal doet op vakantie

De vergelijkende & (absoluut) overtreffende trap

De plek van het bijvoeglijk naamwoord

Les 17:

COSA HAI FATTO?

Onregelmatige vormen van de passato prossimo.

Vertellen wat je gedaan hebt op vakantie.

Vertellen wat je gisteren gedaan hebt.

Essere of avere als hulpwerkwoord?

Les 18:

RIPASSO

Weet je het allemaal nog? In deze les gaan we herhalen. Dit is ook een mooi moment om afspraak te maken voor een privéles om al het geleerde goed te consolideren.

Gevorderdencursus (A2-niveau)

Module 4

Les 19:

LI METTO IN BORSA

Persoonlijk voornaamwoorden als

lijdend of meewerkend voorwerp

Werkwoorden van actie

Vragen naar prijzen en mogelijkheden

Les 20:

DESCRIVERE ASPETTO & CARATTERE

Het lichaam

Je uiterlijk beschrijven

Karaktereigenschappen

Bijwoorden op -mente

 

Les 21:

HO VISTO DEI BEI PANTALONI

Kleding en accesoires

Kleding kopen in een winkel

Het aanwijzend voornaamwoord  (quei, quello, etc.)

Het delend lidwoord & bello

Les 22:

LA MIA CASA

Meubels en kamers

Ruimtes beschrijven

‘Si’ (men)

Stare + gerundio

Invloed van la, li en le op het voltooid deelwoord

Les 23:

AVEVO I CAPELLI CORTI

Verleden tijd

Onregelmatige vormen van de imperfetto

Vertellen over vroeger.

Vroeger en nu.

Les 24:

RIPASSO

In deze herhalingsles laten we de belangrijkste dingen nog eens de revue passeren. Weer een mooi moment om je kennis te consolideren d.m.v. een les met één van de Lettere-docenten waarin je persoonlijk feedback krijgt.

Module 5:

v

Les 25:

IMPERFETTO & PASSATO PROSSIMO

Wanneer gebruik je welke tijd?

Twee werkwoordstijden in een zin

Voegwoorden

Een verhaal vertellen in de verleden tijd

Les 26:

CHE TEMPO FARÀ?

Praten over het weer

De toekomende tijd

Vertellen over wat je gaat doen.

Reis- of andere

plannen maken.

 

Les 27:

SE FOSSI IN TE

De condizionale (zou-vorm)

De gebiedende wijs (1)

Een advies vragen en geven

Een huis huren in Italië

Les 28:

QUANTI NE VUOI?

Alle soorten ‘er’

Werkwoorden met vaste voorzetsels

De gebiedende wijs (2)

Een gesprek bij de dokter of in de apotheek

Les 29:

RACCONTAMI DEL TUO LAVORO

Soorten beroepen

Je werk beschrijven

Samengestelde woorden

De gebiedende wijs in combinatie met voornaamwoorden

Les 30:

RIPASSO

Ce l’hai fatta! Het is je gelukt! Je hebt deze cursus afgerond tot niveau A2!

In deze herhalingsles laten we de belangrijkste dingen nog eens de revue passeren. Weer een mooi moment om je kennis te consolideren d.m.v. een les waarin je persoonlijk feedback krijgt.